Overheid
Zien wat verborgen is: 3D voor een duurzame toekomst
30 september, 2025 | Xavier Fodor
In Wallonië steunt SPAQUE op de oplossingen van Esri om bodems te saneren, industriële terreinen te herontwikkelen en hun reconversie te begeleiden. Een geïntegreerde GIS-strategie die mikt op precisie en de kosten optimaliseert.
Opgericht in 1991 heeft de Société Publique d’Aide à la Qualité de l’Environnement (SPAQUE) een unieke en nobele missie in België: ze saneert vervuilde bodems van industriële sites en stortplaatsen in Wallonië. “In het begin ging het om het identificeren en behandelen van emblematische sites die grote milieu- en gezondheidsproblemen veroorzaakten, zoals de stortplaatsen van Mellery en Anton”, herinnert Annick Jaspar-Herbillon, geomaticus bij de Directie Ondersteunende functies. Deze twee sites, die in de jaren 90 werden gesaneerd, veroorzaakten destijds grote bezorgdheid over de volksgezondheid en markeerden de start van de maatschappij.
Sindsdien is de opdracht verbreed. Naast stortplaatsen gaat het nu ook om de herontwikkeling van complexe industriële sites en de uitbouw van hernieuwbare energie. Sommige afgedekte stortplaatsen (capping) huisvesten intussen fotovoltaïsche centrales: drie zijn operationeel, twee in voorbereiding en drie bijkomende installaties draaien op sites in post-beheer. Bovendien steunt de keuze van de sites niet langer uitsluitend op milieucriteria, maar ook op economische herontwikkeling. “Sommige worden geselecteerd omdat ze strategisch gelegen zijn voor toekomstige investeerders, met multimodale bereikbaarheid”, legt Thomas Christophe, eveneens geomaticus bij SPAQUE, uit.
De onderneming, die wordt gefinancierd door het Waals Gewest en gevestigd is in Luik, telt ongeveer 85 medewerkers. Sinds 2000 werden bijna 165 sites, goed voor meer dan 1.000 hectare, teruggegeven aan de Waalse economie. “Het bijzondere aan SPAQUE is dat we ingrijpen op terreinen die niemand wil, vaak aangekocht voor de symbolische euro omdat ze te vervuild zijn of geen geïdentificeerde eigenaar hebben”, preciseert Annick Jaspar-Herbillon.
Elk project volgt een echte interventieketen waarin GIS een essentiële rol speelt. Het begint met archiefonderzoek: samenbrengen van oude kaarten en industriële archieven, identificatie van potentiële bronnen van vervuiling (SPP). Daarna volgt een staalnameplan en de dataverzameling op het terrein. De vervuiling wordt vervolgens in kaart gebracht, eerst in 2D en tegenwoordig ook in 3D. Zodra de vervuilde zones nauwkeurig zijn vastgesteld, kan de ontgraving worden gepland in een raster van 5 op 5 meter, tot een finale evaluatie bevestigt dat alle toegankelijke vervuiling is behandeld.
Een geoportaal als centraal instrument
Sinds eind jaren 90 is GIS aanwezig bij SPAQUE en kreeg het meer gewicht door de komst van Annick Jaspar-Herbillon in 1999 en later Thomas Christophe, 13 jaar geleden. “In het begin werkte ik alleen”, blikt de geomaticus terug. “Met twee konden we een intern geoportaal opzetten en GIS zichtbaarheid geven bij alle collega’s.” Dat betekende een keerpunt: GIS evolueerde van een gespecialiseerd hulpmiddel naar een essentiële bouwsteen van het globale informatiesysteem, erkend binnen de IT-dienst (PIC). “Daardoor worden we niet gezien als een geïsoleerde discipline. GIS maakt integraal deel uit van de digitale strategie van SPAQUE”, benadrukt Thomas Christophe.
De keuze voor Esri-oplossingen kwam vanzelf. “Ik gebruikte hun tools al tijdens mijn studies aan de universiteit van Luik”, vertelt Annick. “Eind jaren 90 waren er trouwens nauwelijks alternatieven.” Vandaag beschikt SPAQUE over een volledig gamma: twee Advanced-licenties van ArcGIS Pro en zeven Standard-licenties, ArcGIS Enterprise, Geodatabase Enterprise, en intensief gebruik van Field Maps en Experience Builder. “We zijn mee geëvolueerd met onze behoeften en zitten niet vast: we hebben bijna het volledige pakket dat we nodig hebben”, vult Thomas Christophe aan.
WalSols, het kloppende hart van GIS
De werking van GIS steunt op een centrale schakel: WalSols, een intern ontwikkelde SQL-database. “Alle medewerkers coderen er hun technische en milieugegevens in: boringen, staalnames, analyses, inventarissen van sites… Met de hulp van een informaticus werd WalSols voorzien van een webinterface die permanent in verbinding staat met ArcGIS. “De gegevens circuleren in beide richtingen”, bevestigt Thomas Christophe. “We kunnen de WalSols-data in GIS visualiseren, maar ook integreren in de webapplicatie.” Die integratie versterkt de betrouwbaarheid en continuïteit van de informatie en fungeert ook als archief. “Elk project laat een bruikbaar spoor na voor toekomstige werven. Dankzij GIS kunnen we terugblikken, interventies vergelijken en ervaring opbouwen.”
Beter mikken en kosten verlagen
Vijf jaar geleden zette SPAQUE de stap naar 3D. “Tot dan toe gebeurden veel interpretaties van vervuiling in 2D. 3D voegt dieptedimensie toe en maakt het mogelijk om vervuilde zones nauwkeurig af te bakenen voor ontgraving”, legt Annick Jaspar-Herbillon uit. Op haar scherm toont ze het raster van een voormalige glasfabriek in La Louvière: vierkanten van 5 op 5 meter, donker groen of rood ingekleurd. “Rood betekent dat er volgens de analyse een vervuilingsprobleem is. Daar moeten we verder saneren vooraleer we nieuwe analyses uitvoeren. Groen betekent dat de zone gezond is of dat ons werk er klaar is.” Die afmeting van 5x5 is geen toeval, ze stemt overeen met de ruimte die een machine nodig heeft om ondergronds te werken…
Thomas Christophe benadrukt het belang van die precisie: “Hoe nauwkeuriger we de vervuilingsvlek lokaliseren, hoe minder onnodige grond we verplaatsen. En elke ontgraving kost veel geld. Het doel is de best mogelijke simulatie te krijgen, de kosten te voorzien en een bruikbaar archief op te bouwen voor volgende werven.” Dit gebruik van 3D is in dit domein nog steeds uniek in België. De visualisatie en het delen van 3D-data vergemakkelijken bovendien de communicatie met ingenieurs, beslissers en partners. “3D maakt het onzichtbare zichtbaar. Het is een bemiddelingsinstrument dat concreet toont waar de vervuiling zich bevindt en hoe we die aanpakken.” De visualisaties worden tenslotte geïntegreerd in ArcGIS-dashboards om een globaal overzicht te garanderen.
Van terrein tot bureau: een digitale continuïteit
De verbinding tussen terrein en bureau wordt verzekerd door Field Maps. Er zijn twee hoofdtoepassingen. Eerst dient de oplossing voor visualisatie bij het beheer van peilputten die gebruikt worden voor waterstalen. Teams kunnen zo de putten makkelijker lokaliseren en controleren, hun toestand nagaan en onderhoud verzekeren. Meer recent wordt Field Maps ingezet voor dataverzameling bij specifieke problemen, zoals de detectie van invasieve planten zoals Japanse duizendknoop. “De medewerkers tekenen een polygoon rond de plantenzone, nemen een foto en alles wordt automatisch in kaart gebracht en geïntegreerd in de database”, illustreert Thomas Christophe.
Voor metingen die centimeternauwkeurigheid vereisen (XY-coördinaten en Z-hoogtes), doet SPAQUE beroep op externe landmeters. “We moeten werken met overheidsopdrachten, wat een strikt kader oplegt en contracten van drie jaar die vernieuwd worden. We zien erop toe dat de geleverde formaten, vaak Excelbestanden, compatibel zijn met ons GIS”, zegt Annick Jaspar-Herbillon. Als publieke onderneming werkt SPAQUE in een strikt gereguleerd kader. Het Waalse bestek voor goede praktijken verplicht regelmatige updates, één à twee keer per jaar. Concreet kan een wijziging leiden tot de herlokalisatie van tientallen boringen of een toename van het aantal te nemen stalen.” Deze nauwkeurige data worden vervolgens in WalSols ingevoerd en gekruist met de informatie uit ArcGIS.
Naast het technische luik hebben de twee geomatici ook veel aandacht besteed aan interne sensibilisering. “We moesten onze collega’s tonen dat GIS niet enkel voor geomatici is, maar hen ook kan helpen in hun dagelijkse werk”, vervolgt Jaspar-Herbillon. Dankzij het geoportaal en de webapps die met Experience Builder zijn ontwikkeld, kan elke medewerker kaarten raadplegen, de voortgang van projecten bekijken en met de data interageren. Die interne verspreiding is een kwestie van lange adem. “We nemen al bijna twintig jaar regelmatig deel aan de Esri Days. Die ontmoetingen houden ons op de hoogte van evoluties en helpen ons ook om intern te overtuigen van de waarde van nieuwe functies”, vertellen de geomatici.
SPAQUE kijkt intussen vooruit. De geomatici willen de 3D-aanpak versterken richting echte digitale tweelingen van de ondergrond, met integratie van sociaaleconomische data en reconversiescenario’s. Samen met Esri Belux worden ook andere pistes onderzocht: augmented reality om netwerken en vervuilingen op locatie te visualiseren, immersieve technologieën om beter te communiceren met partners, en realtimesimulaties. “We willen dat GIS een transversaal instrument blijft, centraal in projecten voor sanering en herontwikkeling, maar ook in de economische heropleving”, besluit Annick Jaspar-Herbillon.